Marco Kraals visie op veranderde visstanden

(Marco Kraal) Er is in toenemende mate sprake van bezorgdheid over onze visstand. Vaak wordt daarbij de beroepsvisserij als belangrijke boosdoener genoemd. Het verhaal is iets complexer. Hierbij een poging om het een en ander uit te leggen.

De afgelopen jaren is de waterkwaliteit door een uitgebreid pakket aan maatregelen sterk verbeterd. Vaak wordt daarbij gewezen op de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), maar de meeste maatregelen zijn daarvoor door onze waterschappen al ingezet. De belangrijkste maatregel betrof het terugdringen van de overmaat aan voedingsstoffen. Die maatregelen zijn succesvol gebleken en de extreme blauwalgenbloei is nagenoeg verdwenen, waterplanten komen terug en de visstand reageert daarop. De meest in het oog springende veranderingen zijn een spectaculaire come back van de snoek, toename van baars en zeelt, maar ook een veel betere groei van de meeste vissoorten. De karper is daar een goed voorbeeld van: Nederland is in korte tijd een zeer goed karperland geworden waar het vangen van exemplaren (ver) boven de 15 kg voor iedereen die een beetje serieus vist, is weggelegd.

De KRW heeft er vooral voor gezorgd dat waterschappen overal vistrappen hebben aangelegd. Mogelijk is dat een van de redenen dat de winde het in ons land opvallend goed doet. In veel wateren vang je tegenwoordig meer winde dan blankvoorn. De KRW dreigde een paar jaar overigens wel te worden misbruikt om Actief Biologisch Beheer opnieuw uit de kast te halen. Sportvisserij heeft dit gelukkig tegen weten te houden. Jammer dat iedereen dat weer vergeten is.


Probleem is echter dat ons water weliswaar veel minder wordt belast met voedingsstoffen, maar dat de productiecapaciteit van veel wateren (zeg maar de mogelijkheid van wateren om vis te produceren) niet optimaal is. Kort door de bocht leveren veel van onze wateren door een gebrek aan natuurlijke oevers en peildynamiek minder voedsel voor vis. In combinatie met veel schoner water kan een water dus minder vis bevatten. Dit verschijnsel zien we op steeds meer plekken in Nederland gebeuren. Voor de sportvisser betekent dit dat de visstand gevarieerder wordt, dat individuele vissen groter worden, maar ook dat vissoorten als brasem in aantal afnemen. Let wel dit is een landelijke trend en speelt net zo goed op wateren waar geen enkele beroepsvisser actief is.

Besef ook dat helder water vissen schuwer maakt en dressuur ook een aardige rol begint te spelen, niet alleen bij karper maar ook bij snoek en snoekbaars.

Dan de beroepsvisserij. In de jaren `70 van de vorige eeuw heeft de hengelsport een groot deel van de schubvisrechten verworven. Aal voor het beroep, schubvis voor de sport. Dat was een grote slag en naast de acties tegen watervervuiling heeft dat er voor gezorgd dat de sportvisserij kon uitgroeien tot een van de grootste vormen van vrijetijdsbesteding. Toen de aalstand verslechterde probeerde het beroep begin deze eeuw de schubvisrechten terug te krijgen. Dankzij een motie van een politieke partij (en slecht op de hoogte zijnde kamerleden) leek hiervoor een meerderheid in de Tweede Kamer te ontstaan. Door intensief lobbywerk van Sportvisserij Nederland (jammer dat iedereen dat vergeten lijkt te zijn) werd dit op het nippertje voorkomen.

Echter, de splitsing in visrechten is nooit voor 100 % doorgevoerd. Een aantal beroepsvissers ging niet mee. Op sommige delen van de grote rivieren, sommige plassen in het Zuidwesten van ons land en natuurlijk het IJsselmeer/Markermeer mocht de beroepsvisserij daarom op schubvis blijven vissen. Dat leverde pas echt problemen op nadat de aalstand in elkaar stortte en er -terecht- maatregelen om de aalstand te beschermen zijn genomen. Beroepsvissers die hun inkomsten zagen kelderen zijn -legaal- meer op schubvis gaan vissen.

Op het IJsselmeer is bijvoorbeeld de visserij op brasem en blankvoorn hierdoor zodanig toegenomen dat een voorheen prachtig witviswater volkomen naar de knoppen is gevist. Dit heeft ook een effect gehad op de wateren die direct met dit water in verbinding staan. Doordat ook het IJsselmeer veel helderder is geworden heeft het water niet meer de kracht om de visserijverliezen te compenseren. Op het IJsselmeer speelde ook nog het probleem van de gemene weide visserij waar diverse vissers in concurrentie de koek moeten verdelen (lees leegvissen).

Sportvisserij Nederland beschouwd het IJsselmeer als uitermate belangrijk en heeft zich jarenlang inzet voor een duurzame visserij op dit magnifieke water. Deze inzet lijkt zich nu te gaan terugbetalen in een visserijstop van minimaal drie jaar. In die tijd kan de visstand zich herstellen waar ook de aantakkende wateren van zullen profiteren. Onder de aantakkende wateren die worden beïnvloed door de IJsselmeervisserij vallen natuurlijk ook de randmeren. Ook hier helder water, een afnemende aalstand en een intensieve (door de overheid afgedwongen) visserij op brasem. Dat kan dus niet goed gaan en dat ging ook niet goed. Gelukkig is het de federatie Mid West Nederland na zeer veel gesoebat en een rechterlijke procedure gelukt om het brasem (en voorn)quotum met 75 % te verlagen.


Blijft dat er wateren zijn waar beroepsvissers op basis van verworven rechten ook op schubvis mogen vissen. Willen we daarvan af dan rest waarschijnlijk uitkopen. Dat lijkt eenvoudig, maar is dat van verre. De overgebleven beroepsvissers (en dat zijn er niet zo veel meer) vissen van generatie op generatie en doen dat net zo graag als wij sportvissers. Logisch dat ze het volle pond vragen of gewoon helemaal niet uitgekocht willen worden. (Al leg je nu 10 miljoen op tafel, Marco Kraal stopt ook never nooit met vissen...).


Terug naar het sportvissen zelf. Met meer dan 500.000 verkochte vispassen, wachttijden bij de trailerhelling, de jeugd die massaal op karper vist en het sterk opkomende streetfishing is de sportvisserij gelukkig gezond. In tegenstelling tot het verleden steunt de politiek in toenemende mate de sportvisserij, is het vissen onder de jeugd onverminderd populair. Dat de snoekstand puik is, we op barbeel, roofblei, winde en monsterbaarzen kunnen vissen, dat karpers van 20 kilo op de meeste wateren rondzwemmen staat als een paal boven water. Enfin, lees de vangstberichten op Total Fishing er maar op na. Dat ons water minder productief wordt, dat we moeten inspelen op de veranderde visstand én dat we op sommige wateren te maken hebben met het voor ons ongewenste onttrekken van schubvis staat ook vast.