Concurrent?
Voor wat betreft Baars is de Aalscholver maar zeer ten dele een
concurrent van de beroepsvisserij. De vogels vangen alleen ondermaatse
baarzen. Voor de visserij op Snoekbaars is het onwaarschijnlijk dat de
Aalscholver een concurrent is omdat deze soort nauwelijks in het menu
van aalscholvers voorkomen. Wat Aal betreft is de wereldwijde afname
van het Aalbestand er de oorzaak van dat de soort nauwelijks meer in
het menu van de Aalscholver en in de vangsten van de vissers voorkomt.
Doordat de natuurlijke mortaliteit van de vissen nooit direct gemeten
is, kan het effect van het eten van ondermaatse vis door aalscholvers
niet direct worden vergeleken met de oogst door de vissers enkele
jaren later. Andersom is de overbevissing door beroepsvissers in het
IJsselmeer en Markermeer er de oorzaak van dat er een relatief grote
hoeveelheid eetbare (lees kleine) vis in het systeem aanwezig is omdat
roofvis (grote exemplaren van Baars en Snoekbaars) massaal wordt
weggevangen. De talrijke kleine vissen die overblijven eten grote
hoeveelheden zoöplankton weg. Minder zooplankton betekent minder
algenconsumptie, zodat het doorzicht afneemt. Hiermee speelt de mens
de Aalscholver onbedoeld in de kaart. De hoge aantallen aalscholvers
zijn dan ook mede op te vatten als een gevolg van de overbevissing van
de meren door de mens. De Aalscholver is daarbij niet zozeer
concurrent van de visserij maar eerder een signaal dat de commerciële
visserij niet duurzaam is.

Menu van aalscholvers in najaar en winter (op
gewichtsbasis), die rusten in respectievelijk de
Lepelaarplassen (Markermeer, 1.809), Steile Bank (IJsselmeer,
3.530), Veluwemeer (4.932) in de jaren 1997-2001 en
Veluwemeer in de jaren 1989-1992. |
|

Aalscholvers, vis en visserij in het IJsselmeergebied |